Kernkwaliteiten onder druk

De kernkwaliteiten zoals beschreven in hoofdstuk 1 zijn het vertrekpunt en de rode draad voor deze Omgevingsvisie: Stad met diverse buurten verbonden door een lintenstructuur, een betrokken bevolking, een sterke woon-werk identiteit en een uniek, hoogkwalitatief landschap en natuur. We zien dat deze kwaliteiten onder druk staan. Diverse problemen en opgaven staan in de weg om deze kernkwaliteiten te ervaren of te laten groeien. In dit hoofdstuk gaan we per kernkwaliteit in op de opgaven en problemen waar we aan moeten werken om de gemeente Kerkrade weer terug tot bloei te brengen.

Diverse buurten verbonden door een lintenstructuur

Online winkelen heeft overal in Nederland gezorgd voor minder winkelend publiek. Dat is ook zichtbaar in Kerkrade waar leegstand van winkelpanden leidt tot verloederde aanzichten. Daarbij is het autogebruik flink gegroeid. Iets waar met name historische straten en plekken niet op zijn toegerust.

Tekeningen over geclusterde voorzieningen en parkeerplek of plein

Verschillende buurten vitaal houden

De afgelopen jaren is vooral ingezet op het versterken van het stadscentrum, waarbij de buurten niet zijn vergeten. Dit heeft zijn vruchten afgeworpen. Maatschappelijke voorzieningen als Vie, de Hub en Het Martin Buber zijn van grote waarde voor de hele stad en vormen een goede basis om op door te ontwikkelen. Op dit moment scoort Kerkrade als geheel goed op voorzieningenniveau en de afstand tot voorzieningen. Maar er is een negatieve trend zichtbaar: op steeds meer plekken zien we voorzieningen in de buurten, zoals de supermarkt, verdwijnen of vertrekken. Vaak met leegstand tot gevolg. Het percentage winkelleegstand is inmiddels relatief hoog ten opzichte van het landelijk gemiddelde (11,8% ten opzichte van 8,3%). Leegstaande panden worden omgevormd tot woningen. Dat dient doelen rondom sociale veiligheid en woningbouw, maar zorgt ook voor een steeds lager voorzieningenniveau. Een steeds grotere afstand tot voorzieningen en er wordt een kans gemist om groen en kwalitatieve openbare ruimte te creëren binnen de buurten. Bovendien zagen we met name in de linten dat de omvorming tot woningbouw vaak leidt tot verkamerde woningen. Een ongewenste ontwikkeling, omdat het hier gaat om slechte kwaliteit woningen voor kwetsbare groepen. De gemeente pakt dit aan met het “Parapluplan stedelijk gebied Kerkrade” en de beleidsregel “Woningsplitsing Kerkrade”, waarbij nieuwe kamerverhuur is verboden.

Alternatieven voor de auto

In Kerkrade wordt de auto veel gebruikt. Dit heeft onder meer te maken met de grote hoogteverschillen in de stad. De auto gebruiken we voor woon-werkverkeer, om boodschappen te doen en de kinderen naar school te brengen. De dominantie van de auto is ook duidelijk te zien in de openbare ruimte. Veel pleinen en woonstraten worden als parkeerplek gebruikt. Naast het autogebruik wordt er ook veel gelopen in Kerkrade. Meer dan 34% van de verplaatsingen in Kerkrade wordt te voet afgelegd. De structuur van de verkeersruimte zorgt op veel plekken voor weinig ruimte voor voetgangers, de stoepen zijn smal en oversteken is niet overal veilig.

Het fietsgebruik in Kerkrade is erg laag, met slechts 7% scoort de gemeente het laagst in heel Nederland. Voor fietsers is op veel wegen weinig ruimte. Bij de herinrichting van wegen wordt hiermee rekening gehouden. Zo zijn er recentelijk fietsstraten aangelegd (de Gravenweg in Kerkrade-Noord en de Kaalheidersteenweg in Kerkrade-West).

In de smalle, historische linten is het autoverkeer te druk geworden voor de ruimte die er is.
Ooit waren deze de linten de meest levendige plekken van de gemeente, maar inmiddels is die levendigheid flink afgenomen. Verkeerssituaties zijn onveilig, er is weinig ruimte voor groen en de woonkwaliteit is verslechterd waardoor mooie oude panden verpauperen. Veel van deze historische panden kennen geen cultuurhistorische waarde en worden niet beschermd, wat deze panden extra kwetsbaar maakt.

Het openbaar vervoer is, met name vanwege de lange reistijden, prijs en betrouwbaarheid, onvoldoende aantrekkelijk als alternatief. Ook fietsen is niet populair. Gezien de hoogteverschillen is fietsen zonder ondersteuning erg zwaar, de fietspaden zijn niet allemaal veilig of aantrekkelijk, en het werk of de school is niet goed te bereiken. In de groep kwetsbare vervoerswijzen (voetgangers, fietsers, e-bike en bromfietsers) valt ongeveer 55% van de verkeersslachtoffers, wat relatief hoog is. De infrastructuur voor deze groep moet veiliger worden om dergelijke ongevallen in de toekomst te voorkomen. Het deelfietsprogramma biedt kansen om de elektrische fiets bereikbaar te maken voor een grotere groep mensen. Een veilige (fiets)infrastructuur is hierbij van belang.

Schets met vraag ‘Ruimte voor iedereen?’ en ‘Verminderen barrières’: smalle straat, verkeer en zebrapad.

Sociale structuren versterken

Kerkrade kent een sterk verenigingsleven dat vaak in de verschillende buurten bepalend is voor de cultuur en levendigheid van plekken. Verenigingen vormen de basis voor een goede sociale structuur. Maar ook hier is de druk te voelen. Er is een trend te zien in de terugloop van leden, beperkte huisvestingsmogelijkheden, hoge energiekosten en moeilijkheden om nieuwe vrijwilligers te werven. Sporten en vrije tijd vindt steeds vaker informeel plaats. Daar moeten we ruimtelijk rekening mee houden, maar tegelijkertijd draagt een sterk verenigingsleven ook bij aan de leefbaarheid van de plek.
 

Schets over architectonische kwaliteit en toegankelijkheidsproblemen voor minder validen door obstakels en trappen

Een kaart van Kerkrade gemarkeerd met rode cirkels en handgeschreven notities over kansen en knelpunten.

Krachtige bevolking

Kerkrade heeft in de afgelopen eeuw met bevolkingsgroei en -afname te maken gehad. Ook met veel verschillende soorten nationaliteiten en culturen waarvan veel families nog vaak in Kerkrade en in de regio Parkstad wonen. Op dit moment heeft Kerkrade met een relatief oude bevolkingsopbouw te maken en een sterke vergrijzing (toename van het aantal 65+) die over tien jaar op haar hoogtepunt is. Dat vraagt om een andere inrichting van de openbare ruimte, woningen en voorzieningen. Daarbij kijken we niet alleen naar de behoeften van ouderen nu maar ook naar de nieuwe en naar verwachting jongere bevolking (nieuwkomers) in de toekomst.

Voorbij de vergrijzingspiek

Kerkrade loopt met de vergrijzing vooruit op de rest van Nederland. Als we kijken naar de langere termijn is het kantelpunt van de vergrijzing dichtbij, er wordt verwacht dat de piek in 2035 wordt bereikt. Ouderen blijven langer thuis wonen, maar er zijn weinig mogelijkheden voor ouderenhuisvesting en doorstroom. Als we vanuit de blik gezondheid naar ouderdom kijken, ontstaat er een zorgwekkend beeld. De levensverwachting in Kerkrade ligt lager dan het Nederlands of Zuid-Limburgs gemiddelde (78,5 jaar ten opzichte van 81,5 jaar). Verder bedraagt de goed ervaren gezondheid nationaal gemiddeld 62,4 jaar en in Kerkrade gemiddeld maar 53,1 jaar. De Kerkraadse bevolking wordt minder oud en ervaart veel eerder gezondheidsklachten.

Variatie en balans in het woningaanbod

Een aantal buurten in Kerkrade heeft een te eenzijdig woningaanbod. Dit kan gaan om voornamelijk huur of voornamelijk koop, of teveel woningen in hetzelfde segment. Verder is het aandeel woningcorporatiebezit (32%) en goedkope huur in de particuliere sector (14%) opvallend hoog. Daarnaast is er in Kerkrade nog altijd sprake van een hoog leegstandspercentage voor woningen, namelijk 4,1%. Om de leefbaarheid op peil te houden en alle ruimte goed te benutten moeten we goed kijken hoe we leegstand kunnen verminderen en voorkomen.

Verduurzaming van de voorraad

Er zijn in de buurten grote contrasten in de kwaliteit van woningen en de woonomgeving. Verduurzaming van de woningvoorraad is een belangrijk thema in de regio Parkstad, de voorraad is op veel plekken verouderd. Een deel van de inwoners van Kerkrade hebben bovendien te maken met energiearmoede. Het is daarom belangrijk (en urgent) om te werken aan het energiezuinig maken van woningen, duurzame energie beschikbaar te maken, en slim te kijken naar het hergebruiken van grondstoffen die vrijkomen bij sloop/herstructurering. De gemeenten in de stadsregio Parkstad Limburg hebben dan ook de doelstellingen om in 2040 energieneutraal te zijn en in 2050 volledig circulair.

Gezonde buurten

Verduurzaming en isolatie is niet alleen belangrijk voor het energieverbruik, maar ook om beter bestand te zijn tegen hittestress die in lange warme periodes steeds vaker kan optreden. Met name jonge kinderen, ouderen en chronisch zieken zijn extra kwetsbaar in dergelijke periodes. In grote delen van het stadscentrum, de werkgebieden en de woonbuurten Bleijerheide, Gracht, Heilust, Holz en Spekholzerheide ontstaat door de vele verharding, bebouwing en beperkte boomkroonbedekking nu al hittestress op hete zomerse dagen.

Autonomie voor kinderen

Overal in Nederland neemt de zelfstandige bewegingsvrijheid van kinderen de laatste jaren af. Zelfs voor de korte route naar school wordt steeds vaker de auto benut. Deze “achterbankgeneratie” verliest daarmee autonomie en de bijbehorende ervaring van geluk. In het oostelijk deel van Kerkrade zullen zes schoollocaties worden teruggebracht naar drie plekken. Dit biedt kansen om het qua toegankelijkheid van de allerjongsten goed te regelen. Maar tegelijkertijd kan de afstand tot de school daarmee langer worden. Op dit moment is de afstand tot een basisschool in Kerkrade met gemiddeld 600 meter lager dan het landelijk gemiddelde van 700 meter. Een langere reistijd kan zorgen voor andere mobiliteitskeuzes.

Een ander aandachtspunt is dat Kerkrade relatief veel “doelgroepkinderen” heeft, de zorgproblematiek is ook bij hele kleine kinderen al behoorlijk. Vaak ontstaat deze problematiek door armoede en lage basisvaardigheden in het gezin. Twintig procent van de Kerkraadse kinderen groeit op in een gezin rond de armoedegrens. Ook is er vaak sprake van laaggeletterdheid. Deze is in Kerkrade ongeveer 25%. Deze zaken hebben grote gevolgen voor hun gezondheid, opleidingsmogelijkheden en sociaal welzijn.

Sterke woon-werk identiteit

Kerkrade heeft veel banen te bieden. De verwachting is dat deze in de toekomst steeds meer georiënteerd zullen zijn op de logistieke sector. Bedrijven en werknemers zijn niet langer direct verbonden met de stad. Van werken middenin de stad naar werkgebieden die met de rug naar woongebieden gekeerd staan.

Toegankelijker en aangenamer

De investeringen in de infrastructuur, waaronder de Buitenring Parkstad (N300), hebben bijgedragen aan het beter ontwikkelen van de verschillende bedrijventerreinen. De leegstand van percelen is sterk afgenomen, herstructurering van gebieden is versneld en de werkgelegenheid is gegroeid. Desondanks zijn de bedrijventerreinen ver van ‘af’. Er liggen juist grote opgaven om de werklocaties kwalitatief te verbeteren, zorgzaam om te gaan met vrijkomende ruimte op werklocaties en om belangrijke transities een plek te geven. Veel werkgebieden vormen nu geïsoleerde gebieden ten opzichte van de stad en het buitengebied. De verbindingen tussen stad en werkgebied zijn beperkt (zeker met de fiets, openbaar vervoer of te voet). En als er sprake is van vergroening, is dat voornamelijk om de werkgebieden af te schermen van de stad. Waar in Nederland 37% van de mensen met de fiets naar werk of school gaat, is dat in Kerkrade maar 18%.

De grensligging heeft een schaduwzijde. In de meer afgelegen gebieden is sprake van ondermijning en drugscriminaliteit. Kerkrade staat op nummer 2 van de ‘Onderwereldkaart’, een onderwereld die graag gebruik maakt van verlaten, stille plekken in de gemeente. Het is noodzakelijk dat het gevoel van een “no-go area” wordt aangepakt.

Er liggen kansen om de werkgebieden aantrekkelijker te maken voor de werknemers én werkgevers. Deze kansen worden ook gezien door het bedrijfsleven zelf, zoals de Medtech sector (Medlands), dat op eigen terrein ruimte maakt voor aantrekkelijke plekken, voorzieningen, goede en veilige verbindingen voor voetganger en fietser naar respectievelijk treinstation Eygelshoven en de Parkstadroute. Ook bedrijventerrein Julia ligt relatief dichtbij treinstation Eygelshoven-Markt, waar de drielandentrein (Luik-Maastricht-Heerlen-Aken) stopt.

Arbeidsplaatsen per hectare

Kerkrade kampt met een gestegen aantal voortijdig schoolverlaters en vanwege de ‘armoedeval’ loont het soms niet om te gaan werken; de financiële prikkel om werk te vinden ontbreekt in die situatie. Een belangrijke stap in de goede richting is om nog scherper na te denken over het type bedrijvigheid dat een (kostbare) plek kan krijgen op de werkgebieden. Hierbij hanteert de gemeente al het uitgangspunt om de voorkeur te geven aan ‘veel arbeidsplaatsen per hectare’. Ook het type werkgelegenheid (laag, midden en hoogopgeleide banen) is van belang.

Extra aandacht kan daarbij uitgaan naar de milieudruk (geluidoverlast en luchtverontreiniging) die bedrijven of het transport leveren. Vooral in gebieden langs toegangswegen van en naar de bedrijventerreinen is de basis niet altijd op orde.

Ruimte bieden aan de energietransitie

Netcongestie is een landelijk probleem dat de vestiging van nieuwe bedrijven of maatschappelijke voorzieningen hindert. Ook in Kerkrade is netcongestie aanwezig. Nieuwe bedrijven, maar ook voorzieningen als scholen en zorginstellingen, moeten soms jaren wachten op een aansluiting op het elektriciteitsnet. Er is een investering in het energienetwerk nodig die ook zijn weerslag heeft in de ruimte. Zo zal er in de komende tientallen jaren een verzwaring van het netwerk nodig zijn. Er zullen minimaal 100 kleine trafostations en minimaal 3 middenspanningsstations nodig zijn, inclusief een uitbreiding van het hoogspanningsstation Terwinselen. Voor de korte termijn wordt daarnaast gekeken naar energiehubs op bedrijventerreinen, zoals bij bedrijventerrein Dentgenbach.

Bij de herstructurering van bedrijventerreinen is het voorkomen van overbodige netwerklussen voor stroom van belang. Door het inzetten op gerichte middenspanningsringen met een extra middenstation kan gewerkt worden aan “energie-eilanden”. Deze ringen zorgen dan voor minder ruimtegebruik in de ondergrond.

De ondergrond in beeld

Bij het werken aan de omgeving kijken we vaak alleen naar de zichtbare, bovengrondse elementen, maar ook de ondergrond moet daarin worden meegenomen. De basisregistratie ondergrond (BRO) geeft inzicht in het ruimtegebruik van de ondergrond. Het wordt steeds voller met leidingen (riolering), kabels (data) of opslag (afval). En er is ook steeds meer ruimte nodig voor de energie-transitie (warmtenet en extra netwerkkabels), voor woningbouw of voor aanplant van groen. De gemeente houdt rekening met de belangen van de ketenpartners zoals (Enexis, WML en Gasunie) om conflicten te voorkomen. Een voorbeeld hiervan is de aanleg van een warmtenet in relatie tot de drinkwaterleidingen.

Binnen Kerkrade liggen historische en industriële mijnschachten, daarnaast bevinden zich in een deel van Kerkrade ondiepe mijngangen en ondiepe historische en industriële winningen. Rondom deze schachten is een zone aangegeven waarbinnen zo mogelijk maatregelen moeten worden genomen, om de stabiliteit van de mijnschacht, ondergrond en een nieuwe bouwconstructie te waarborgen. Doelstelling is om zo veel mogelijk gevonden en bereikbare historische mijnschachten duurzaam te stabiliseren. Jaarlijks worden er ongeveer twee mijnschachten gesaneerd, naar verwachting zal deze sanering nog 20 jaar duren. De mogelijke gevolgen van de voormalige steenkolenmijnbouw zijn ingedeeld in categorieën van EK1 (relatief hoge kans van optreden), EK2 (relatief gemiddelde kans) tot EK3 (relatief lage kans). EK staat voor ‘Einwirkungsklasse’, vergelijkbaar met het Nederlandse ‘gevolgklasse’. Bij het opstellen van het omgevingsplan zal worden onderzocht welke aanvullende regels nodig zijn per categorie.

Unieke, hoogkwalitatieve natuur

De natuur in Kerkrade is een waardevolle bijdrage aan de woon- en leefomgevingskwaliteit van de gemeente. Helaas merken we dat door trends als klimaatverandering en ruimtedruk vanuit de
stedelijke functies het behoud van het buitengebied niet vanzelfsprekend is. Bovendien is binnen het stedelijk gebied de natuur niet in dezelfde mate voorhanden. Er is een vrij harde grens tussen rood en groen.

Terugbrengen en verbinden van de natuur

Het landschap voelt soms verder weg dan het daadwerkelijk is. De landschappen zijn versnipperd door tussengelegen bebouwing en wegen. Beek- en droogdalen zijn door de tijd heen versteend en opgenomen in het bebouwde gebied. Dat beperkt de diversiteit aan soorten (dieren en planten), maar is ook voor recreatie en toerisme beperkend. Niet alle inwoners weten dat de gemeente over unieke landschappen beschikt. De aanleg van de Parkstadroute voor fietsers en een knooppuntennetwerk voor wandelaars bieden daarin kansen. Deze routes maken het nog beter mogelijk om zowel de groengebieden als het toeristische aanbod in de regio Parkstad en over de grens, maar ook in Kerkrade zelf, met elkaar te verbinden. Een andere kans is het bieden van uitzichten op de beekdalen. Veel van deze uitzichten zijn inmiddels bebouwd en daarmee is het uitzicht op veel plekken verdwenen. Mogelijk kan er her en der weer ruimte gemaakt worden om het buitengebied te ervaren vanaf het hoger gelegen plateau.

Ruimtedruk

Slechts een derde van het grondoppervlak van de gemeente is buitengebied. Daarom is er in het huidige beleid al voor gekozen om geen nieuwe rode (stedelijke) ontwikkelingen in het buitengebied toe te staan. Maar de ruimtedruk op deze gebieden blijft spelen en zal toenemen. Zeker nu de regio Parkstad en de gemeente na een periode van herstructurering weer nadrukkelijk kijkt naar groeimogelijkheden. En ook als het oppervlak zelf in tact blijft brengen extra inwoners en bezoekers ook extra recreatiedruk met zich mee. Op verschillende plekken is de natuur, zoals bij brongebieden en hellingbossen, kwetsbaar en staat bescherming van wilde planten en dieren voorop. Bij de aanleg van wandelpaden moet hiermee rekening worden gehouden.

Overstromingsrisico

De gevolgen van klimaatverandering worden steeds zichtbaarder. We krijgen vaker met extreem weer te maken. De ecosystemen moeten hier beter op uitgerust zijn. Op het moment zijn met name de hellingbossen kwetsbaar. Zij zijn niet bestand tegen grote schommelingen in de grondwaterstand door de drogere periodes. Ook de Worm is gevoelig voor overstromingen. Deze grensrivier voert
veel water af uit het stedelijk gebied van Aken. Tijdens hevige regenval loopt de Worm snel vol en ontstaan er problemen op de punten waar de Anselderbeek niet langer kan afwateren in de Worm – zoals bij Eygelshoven. Het stuwmeer de Cranenweyer is voor de waterhuishouding daar een cruciale schakel.

Unieke omgang met regenwater

De ligging van het woongebied op de hoger gelegen plateaus met beekdalen en soms grote hoogteverschillen, biedt veel aanleiding voor het afkoppelen van het regenwater van het vuilwaterriool. Daarbij wordt de voorkeursvolgorde van waterbeheer (kwaliteit en kwantiteit) toegepast. Voor waterkwaliteit: schoonhouden, scheiden en zuiveren en voor waterkwantiteit: hergebruik water, vasthouden (infiltreren), bergen en afvoeren.
Het hemelwater stroomt dan ook op diverse plekken natuurlijk af naar de lager gelegen opvang-bekkens en uiteindelijk naar de beken. Een voor Nederland uniek systeem. Door extremer weer als gevolg van klimaatverandering zijn aanvullende ingrepen nodig. Om het systeem ook in de toekomst goed te laten werken zal het regenwater langer moeten worden vastgehouden op de plateaus die voor een groot deel zijn bebouwd en verhard. In het beste geval moet iedere regendruppel in de bodem kunnen komen.